HIËRARCHIE VAN WELBEHAGEN
Het onbehagen heeft de volgende rangorde:

eerste orde

leven en dood

spanning, overgang, totale desintegratie

tweede orde

voortbestaan

continuiteit van de soort, paarvorming, oorlog, sex

derde orde

emoties in het waarnemingscentrum zelf

spijt, angst, verdriet om het ik, falen, gelding, amok, paniek

vierde orde

sociale spanningen

gedeelde of georganiseerde woede

vijfde orde

economische problemen

onmacht door geldgebrek, vrijheid van handelen

zesde orde

culturele problemen

identiteitsverstoringen door onbegrip, vrijheid van denken, reflectie-vermogen

zevende orde

inventiviteitsproblemen

de strijd aan de bron, techniek, poëzie, overgave aan het uiteindelijk onvermijdelijke

waarbij de laatste orde bij volledige onoplosbaarheid overgaat in de eerste.

Gerrit van Bakel, 1979